1. Beoordeel eerst de situatie en de omgeving om uw eigen veiligheid te garanderen. Dit houdt ook in dat u ervoor zorgt dat het gebied veilig is voor eventuele gevaren, zoals tegemoetkomend verkeer of kapotte elektriciteitsdraden.
2. Controleer of er tekenen van leven zijn bij de persoon. Controleer op ademhaling, hoesten of beweging.
3. Als de persoon niet ademt, bel dan onmiddellijk voor noodhulp, zoals 911 of uw plaatselijke alarmnummer. Volg alle instructies van de alarmcentrale op.
4. Als de persoon ademt en bewusteloos is, plaats hem dan in een stabiele zijpositie om verstikking te voorkomen.
5. Blijf kalm en geruststellend voor de persoon.
6. Probeer eventuele bloedingen te stoppen, pas zo nodig reanimatie toe en behandel eventuele andere levensbedreigende aandoeningen terwijl u wacht tot er hulp arriveert.
7. Bedek de persoon met een deken, jas of ander beschikbaar voorwerp om hem/haar warm te houden totdat er hulp arriveert.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win