D - D woede:Beoordeel de scène snel op eventuele gevaren die u of de persoon die hulp nodig heeft, kunnen schaden.
R - R reactie:Controleer of de persoon reageert door zachtjes te schudden en te roepen:'Gaat het?' Als de persoon niet reageert, roep dan om hulp.
Een - Een luchtwegen:Controleer de luchtwegen van de persoon om er zeker van te zijn dat deze vrij en onbelemmerd zijn. Voer indien nodig de Heimlich-manoeuvre of CPR uit om de luchtweg vrij te maken.
B - B reathing:Controleer de ademhaling van de persoon. Als de persoon niet ademt, begin dan met beademen.
C - C Bloedsomloop:controleer de pols van de persoon om de bloedsomloop te beoordelen. Als de persoon geen pols heeft, begin dan met reanimatie.
D - D efibrillatie:Als de persoon een hartstilstand heeft, gebruik dan een automatische externe defibrillator (AED), indien beschikbaar.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win