**
1. Bel 911. Zet een telefoon op de luidspreker of geef deze aan iemand anders zodat u kunt beginnen met reanimatie.
2. Controleer het reactievermogen van de baby. Schud zachtjes en roep:'Gaat het?' Als de baby niet reageert, start dan borstcompressies.
3. Geef borstcompressies. Als de baby niet reageert, is de volgende stap het starten van borstcompressies:
- Plaats de baby op een stevige ondergrond. Kniel naast het hoofdje van de baby.
- Plaats de muis van één hand midden op de borst van de baby, tussen de tepels.
- Geef borstcompressies met een snelheid van 100-120 compressies per minuut.
- Elke compressie moet 3⁄8 inch (0,95 cm) tot ½ inch (1,3 cm) diep zijn.
- Laat de borstkas na elke compressie volledig terugtrekken.
4. Lever beademingen. Stop na elke 30 borstcompressies de compressies en voer twee beademingen uit.
- Bedek de mond en neus van de baby met uw mond.
- Blaas twee zachte ademhalingen in de longen van de baby, elk ongeveer 1 seconde.
- Kijk of de borst van de baby bij elke ademhaling omhoog en omlaag gaat.
5. Ga door met alleen-handmatige compressies. Als u beademingen heeft gegeven en niet verder wilt gaan, kunt u overstappen op reanimatie met alleen handen.
- Ga door met het geven van borstcompressies met een snelheid van 100-120 compressies per minuut.
- Elke compressie moet ongeveer 3⁄8 inch (0,95 cm) tot ½ inch (1,3 cm) diep zijn.
- Laat de borstkas na elke compressie volledig terugtrekken.
6. Ga door met reanimatie totdat er hulp arriveert. Ga door met het geven van borstcompressies en beademingen als u daartoe in staat bent. De baby kan uiteindelijk gaan ademen en bewegen. Als dit gebeurt, stop dan met reanimatie en controleer de ademhaling van de baby. Als de baby weer stopt met ademen, begin dan opnieuw met reanimatie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win