1. Beoordeel de doorgankelijkheid van de luchtwegen: Voordat u met borstcompressies en beademingen begint, is het essentieel om te bepalen of de luchtwegen van de persoon vrij en onbelemmerd zijn. Een geblokkeerde luchtweg verhindert effectieve ventilatie en zuurstoftoevoer, waardoor het succes van reanimatie in gevaar komt.
2. Identificeer en verwijder obstakels: Door de mond en keel te onderzoeken kunnen zorgverleners snel eventuele vreemde voorwerpen, afscheidingen of zwellingen identificeren die de luchtwegen kunnen blokkeren. Door deze obstructies onmiddellijk te verwijderen, wordt de luchtstroom hersteld en wordt de kans op een succesvolle reanimatie vergroot.
3. Bepaal de responsiviteit: Het beoordelen van de luchtwegstatus helpt ook bij het bepalen van het reactievermogen van het individu. Als de persoon reageert en normaal ademt, zijn reanimatie-interventies niet nodig en moeten andere passende medische beoordelingen worden uitgevoerd.
4. Initieer geschikte reddingsmanoeuvres: Afhankelijk van de toestand van de luchtwegen kan de hulpverlener de meest geschikte reddingsmanoeuvres bepalen. Als er een obstructie is, kan het uitvoeren van technieken zoals de hoofd-kantel-kinlift of de kaakstootmanoeuvre de blokkade opheffen en een goede ventilatie mogelijk maken. Als de persoon niet reageert en niet ademt, kunnen beademingen (via mond-op-mondbeademing of andere barrière-apparaten) effectief worden toegediend als de luchtweg open is.
5. Zorg voor goede ventilatie: Een open en onbelemmerde luchtweg is cruciaal voor het leveren van effectieve beademingen, waardoor zuurstofrijke lucht de longen kan bereiken. Zonder adequate ventilatie kunnen reanimatie-inspanningen minder effectief zijn bij het herstellen van de spontane bloedsomloop.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win