Het is zeer onwaarschijnlijk dat iemand die cardiopulmonale reanimatie (CPR) uitvoert met een interne defibrillator (ICD) een schok krijgt. ICD's zijn ontworpen om alleen schokken toe te dienen als ze een levensbedreigende hartritmestoornis detecteren. Hoewel het mogelijk is dat de ICD een schok toedient terwijl iemand reanimatie uitvoert, is dit zeer onwaarschijnlijk.

De reden waarom het onwaarschijnlijk is dat iemand een schok krijgt door een ICD tijdens het uitvoeren van reanimatie, is dat de defibrillator is geprogrammeerd om alleen schokken toe te dienen als het hart zich in een specifieke aritmie bevindt. Tenzij het hart van de persoon zich in deze aritmie bevindt, zal de defibrillator geen schok toedienen.

Bovendien hebben de meeste ICD's een veiligheidsfunctie die voorkomt dat ze schokken kunnen toedienen als iemand in contact is met de persoon die reanimatie krijgt. Deze veiligheidsfunctie is ontworpen om te voorkomen dat de persoon die reanimatie uitvoert, schokken krijgt.

Als u zich zorgen maakt over een schok door een ICD tijdens het uitvoeren van reanimatie, dient u contact op te nemen met uw arts of een gekwalificeerde medische professional.