Tijdens cardiopulmonale reanimatie (CPR) wordt aanbevolen om elke 2 minuten te controleren op tekenen van leven. Dit omvat het stoppen van borstcompressies en beademingen om de luchtwegen, ademhaling en bloedsomloop van de persoon te beoordelen. Het controleren op tekenen van leven helpt bepalen of reanimatie effectief is en of er wijzigingen moeten worden aangebracht in de reanimatietechniek.