Individuen die een poliobooster zouden moeten krijgen, zijn onder meer:
- Reizigers naar polio-endemische landen of gebieden met recente uitbraken: De vaccinatiestatus moet worden gecontroleerd en ze moeten aanvullende fractionele doses OPV of een injecteerbaar poliovaccin (IPV) krijgen als ze een onvolledige serie hebben.
- Laboratoriummedewerkers die met levend poliovirus werken: Zij moeten een primaire poliovirusvaccinreeks krijgen als ze niet zijn gevaccineerd, en een boosterdosis krijgen voordat ze met het infectieuze poliovirus omgaan.
- Medisch personeel betrokken bij de respons op polio-uitbraken of immunisatiecampagnes in landen waar polio voorkomt.
- Mensen met een verzwakt immuunsysteem: Personen met onderliggende medische aandoeningen die de immuunfunctie aantasten, zoals een HIV-infectie of personen die immunosuppressieve therapie krijgen, moeten elke 10 jaar een geïnactiveerd poliovaccin (IPV)-booster krijgen.
- Contacten van poliogevallen: Nauwe contacten van mensen die besmet zijn met het poliovirus moeten binnen 72 uur na blootstelling worden gevaccineerd met OPV of IPV en opnieuw 6-12 maanden later.
Overleg met een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg of het raadplegen van lokale vaccinatierichtlijnen is van cruciaal belang om de noodzaak van een poliobooster en de juiste vaccindosis en -schema voor specifieke personen te bepalen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win