De nieuwe moraal legde de nadruk op de volgende dingen:

- Individuele vervulling en geluk: De nieuwe moraal benadrukte het belang van individuele vervulling en geluk, in plaats van de traditionele focus op plicht, verplichting en sociale conformiteit. Deze verschuiving werd gedeeltelijk veroorzaakt door de opkomst van het individualisme en de teloorgang van het traditionele religieuze gezag.

- Persoonlijke vrijheid en autonomie: De nieuwe moraal benadrukte ook het belang van persoonlijke vrijheid en autonomie, inclusief de vrijheid om eigen keuzes en beslissingen te maken. Deze nadruk was een reactie op de onderdrukkende sociale normen en beperkingen die in veel traditionele samenlevingen heersten.

- Gelijkheid en sociale rechtvaardigheid: De nieuwe moraal riep ook op tot grotere gelijkheid en sociale rechtvaardigheid, inclusief de uitbanning van discriminatie op basis van ras, geslacht, klasse of andere sociale factoren. Deze oproep werd gedeeltelijk gedreven door de opkomst van sociale bewegingen zoals de burgerrechtenbeweging en de vrouwenbeweging.

- Respect voor het milieu en de dieren: De nieuwe moraal benadrukte ook het belang van respect voor het milieu en de dieren. Deze nadruk was een reactie op het groeiende bewustzijn van de negatieve gevolgen van menselijke activiteit op de natuurlijke wereld.

Over het geheel genomen weerspiegelde de nieuwe moraal een fundamentele verschuiving in waarden en overtuigingen die in veel samenlevingen plaatsvond. Het was een stap weg van de traditionele focus op plicht, verplichting en conformiteit naar een meer individualistisch, egalitair en milieubewust wereldbeeld.