1. Fixatie in het fallische stadium:
Freud stelde voor dat mensen met schizofrenie fixatie ervaren in het fallische ontwikkelingsstadium. Deze fase wordt gekenmerkt door intense gevoelens van rivaliteit, jaloezie en castratieangst. Deze onopgeloste conflicten kunnen leiden tot een terugtrekking uit de realiteit en het ontstaan van schizofrene symptomen.
2. Zwak ego en overactief ID:
Freud suggereerde dat individuen met schizofrenie een zwak ego hebben (het rationele, realiteitsgerichte deel van de geest) en een overactieve id (het instinctieve, impulsieve deel). Deze onevenwichtigheid leidt tot een gebrek aan controle over primaire verlangens en een onvermogen om met externe eisen om te gaan, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van schizofrene symptomen.
3. Verdedigingsmechanismen:
Om hun onbewuste angsten te beheersen, kunnen mensen met schizofrenie sterk leunen op verdedigingsmechanismen, zoals regressie (zich terugtrekken in een eerder ontwikkelingsstadium) en projectie (hun innerlijke angsten en impulsen aan anderen toeschrijven). Deze mechanismen kunnen de werkelijkheid vervormen en bijdragen aan de ontwikkeling van wanen, hallucinaties en andere symptomen.
4. Narcistische terugtrekking:
Freud stelde voor dat mensen met schizofrenie hun libido (seksuele energie) aan de buitenwereld kunnen terugtrekken en naar binnen kunnen richten, wat resulteert in een staat van narcistische terugtrekking. Deze terugtrekking leidt tot een verlies van interesse in sociale interacties en een preoccupatie met hun innerlijke wereld, wat bijdraagt aan de symptomen van schizofrenie.
Het is belangrijk op te merken dat Freuds theorie in de hedendaagse psychiatrie als achterhaald wordt beschouwd, en dat de meeste professionals in de geestelijke gezondheidszorg zijn verklaringen voor schizofrenie niet toeschrijven. De huidige theorieën benadrukken de rol van genetische factoren, neurobiologische afwijkingen en omgevingsinvloeden bij de ontwikkeling van schizofrenie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win