1. Genetisch risico:
- Schizofrenie heeft een sterke genetische component, maar wordt niet eenvoudigweg geërfd van één enkel gen. Er wordt aangenomen dat het eerder wordt veroorzaakt door een combinatie van verschillende genetische variaties (polygene overerving).
- Als één ouder schizofrenie heeft, is de kans dat een kind de aandoening ontwikkelt ongeveer 10%.
- Als beide ouders schizofrenie hebben, neemt het risico aanzienlijk toe, met schattingen variërend van 30% tot 50%.
- Het hebben van een broer of zus met schizofrenie verhoogt ook het risico op een kind, ongeveer 10%.
Het is echter belangrijk op te merken dat genetica alleen niet bepaalt of iemand schizofrenie zal ontwikkelen. Omgevingsfactoren zoals prenatale infecties, traumatische ervaringen uit de kindertijd, middelenmisbruik, stress en opvoeding in de stad kunnen ook het risico op de stoornis beïnvloeden.
Bovendien is de penetratie van met schizofrenie geassocieerde genetische variaties (de waarschijnlijkheid dat iemand met de variaties de stoornis zal ontwikkelen) onvolledig. Met andere woorden:zelfs als een individu genetische risicofactoren erft, hoeft hij of zij niet noodzakelijkerwijs schizofrenie te ontwikkelen.
Onderzoekers bestuderen voortdurend de genetica van schizofrenie, met als doel specifieke genetische markers te identificeren en te begrijpen hoe deze bijdragen aan de ziekte. Naarmate ons begrip van de genetische basis van schizofrenie vordert, kan dit leiden tot een betere risicobeoordeling, gepersonaliseerde behandeling en preventieve strategieën.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win