1. De fasen van Erikson zijn opeenvolgend, wat betekent dat elke fase voortbouwt op de vorige.
2. Elke fase brengt een conflict of crisis met zich mee die moet worden opgelost om door te kunnen gaan naar de volgende fase.
3. De conflicten in elke fase houden verband met verschillende aspecten van de ontwikkeling, zoals vertrouwen versus wantrouwen, autonomie versus schaamte en twijfel, en generativiteit versus stagnatie.
4. De manier waarop een individu elk conflict oplost, beïnvloedt zijn ontwikkeling en zelfgevoel.
5. De oplossing van elk conflict leidt tot de ontwikkeling van bepaalde sterke punten of deugden.
6. De fasen zijn universeel, wat betekent dat ze voor alle mensen gelden, ongeacht hun cultuur of achtergrond.
7. De fasen liggen niet vast, wat betekent dat individuen op verschillende momenten in hun leven kunnen terugvallen of vooruitgaan naar verschillende fasen.
8. De theorie van psychosociale ontwikkeling benadrukt het belang van zowel natuur als opvoeding in de ontwikkeling, evenals de interactie tussen beide.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win