* Gebrek aan eenheid: De zelfversterkende beweging was geen verenigde beweging, maar eerder een verzameling van uiteenlopende inspanningen van verschillende groepen ambtenaren en intellectuelen. Dit gebrek aan eenheid maakte het moeilijk om een samenhangende strategie ter versterking van China te ontwikkelen en uit te voeren.
* Weerstand van binnenuit: De zelfversterkende beweging stuitte op weerstand vanuit de Chinese regering en samenleving. Veel functionarissen en intellectuelen waren tegen de hervormingen van de beweging, die zij zagen als een bedreiging voor de traditionele Chinese waarden en instellingen.
* Buitenlandse oppositie: De zelfversterkende beweging kreeg ook te maken met tegenstand van buitenlandse machten, die bezorgd waren dat een sterker China hun belangen in de regio zou bedreigen.
* Te weinig, te laat: Tegen de tijd dat de zelfversterkende beweging begon, was het al te laat om China te redden van de krachten van het westerse imperialisme. Het land was al zwak en verdeeld, en het leger en de economie lagen ver achter bij die van de westerse machten.
Uiteindelijk faalde de zelfversterkende beweging omdat ze niet in staat was deze uitdagingen te overwinnen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win