Toen Dorothea Orem haar theorie ontwikkelde, was het vakgebied van de verpleegkunde nog relatief jong en grotendeels gebaseerd op het medische model. Dit model concentreerde zich op de diagnose en behandeling van ziekten, waarbij verpleegkundigen een ondersteunende rol speelden voor artsen. Orem was van mening dat de verpleegkunde haar eigen kennis en raamwerk nodig had om de unieke bijdragen van verpleegkundigen aan de patiëntenzorg te begrijpen.
De invloed van haar verpleegkundige ervaring
Orem's verpleegkundige ervaring, waaronder werken in zowel ziekenhuizen als gemeenschapsomgevingen, leerde haar hoe belangrijk het is om holistisch voor patiënten te zorgen en hun individuele behoeften te begrijpen. Ze zag de noodzaak in van een theorie die het perspectief van de patiënt zou integreren en de rol van de verpleegkundige zou benadrukken bij het bevorderen van zelfzorg en onafhankelijkheid.
Haar opleidingsachtergrond
Orems opleidingsachtergrond in verpleegkunde en haar studie psychologie en sociologie gaven haar de theoretische basis om haar theorie te ontwikkelen. Ze putte uit het werk van theoretici als Florence Nightingale en Hildegard Peplau, en verwerkte concepten uit de psychologie en sociologie in haar verpleegmodel.
De wens om de patiëntresultaten te verbeteren
Uiteindelijk werd de theorie van Orem gedreven door haar wens om de patiëntresultaten te verbeteren en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg te verbeteren. Ze geloofde dat een verpleegkundig raamwerk gericht op zelfzorg en onafhankelijkheid patiënten zou kunnen helpen een betere gezondheid en welzijn te bereiken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win