Adlers jongere broer, Rudolf, stierf op driejarige leeftijd aan difterie. Adler was diep getroffen door dit verlies en vond dat hij de dood van zijn broer moest compenseren door sterk en succesvol te zijn.
2. Adler was een ziekelijk kind en leed aan rachitis, een botziekte waardoor zijn benen misvormd raakten. Hij werd vaak geplaagd en gepest door andere kinderen, waardoor hij zich minderwaardig en onzeker voelde. Adlers ouders moedigden hem echter aan om zelfredzaam te zijn en zijn fysieke beperkingen te overwinnen.
3. Adlers vader stierf toen hij 14 jaar oud was, en Adler moest veel verantwoordelijkheid voor zijn gezin op zich nemen. Hij hielp zijn moeder met het familiebedrijf en ging ook naar school. Adler ontdekte dat hij goed was op school en dat hij het leuk vond om te leren. Hij was ook een getalenteerde muzikant en speelde viool.
4. Adlers ervaringen als kind en adolescent hielpen zijn persoonlijkheidstheorie vorm te geven. Hij geloofde dat mensen gemotiveerd worden door een verlangen om hun minderwaardigheidsgevoelens te overwinnen en superioriteit te bereiken. Hij geloofde ook dat mensen sociale wezens zijn die zich verbonden moeten voelen met anderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win