Wanneer een machineonderdeel niet goed of helemaal niet getemperd is, blijft het in een geharde toestand met een hoge hardheid maar een lage taaiheid. Bij schokbelastingen of buigbelastingen kan het onderdeel plotselinge schokken, trillingen of krachten ondervinden die het draagvermogen te boven gaan. De hoge hardheid, gecombineerd met de interne spanningen die in het metaal aanwezig zijn als gevolg van de snelle afkoeling tijdens het harden, maakt het onderdeel gevoeliger voor brosse breuken.
Het gebrek aan ontlaten vermindert ook de ductiliteit van het materiaal, wat het vermogen is om plastische vervorming te ondergaan zonder te breken. Als gevolg hiervan vertoont het onderdeel een verminderde weerstand tegen het ontstaan en de voortplanting van scheuren, waardoor de kans op plotseling en catastrofaal falen onder schok- of buigspanning groter wordt.
Een goed getemperd machineonderdeel heeft daarentegen een meer gebalanceerde combinatie van hardheid en taaiheid, bereikt door te temperen bij een geschikte temperatuur en koelsnelheid. Hierdoor kan het metaal energie effectiever absorberen en afvoeren, waardoor het risico op bros falen wordt verminderd en de algehele prestaties en duurzaamheid van het machineonderdeel onder schokbelastingen of buigspanning worden verbeterd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win