1. Antidepressiva :
Antidepressiva zoals selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) en serotonine- en noradrenalineheropnameremmers (SNRI's) zijn vaak de eerstelijnsmedicijnen die worden gebruikt om paniekstoornissen te behandelen. Deze medicijnen helpen bij het reguleren van de serotonine- en noradrenalinespiegels in de hersenen, dit zijn neurotransmitters die betrokken zijn bij stemmingsregulatie en angst. SSRI's zoals fluoxetine (Prozac), paroxetine (Paxil) en citalopram (Celexa) worden vaak voorgeschreven voor paniekstoornissen.
2. Benzodiazepinen :
Benzodiazepines zijn snelwerkende medicijnen die snelle verlichting bieden bij paniekaanvallen. Ze werken door de effecten van een neurotransmitter genaamd gamma-aminoboterzuur (GABA) te versterken, die kalmerende en kalmerende effecten heeft. Veel voorkomende benzodiazepinen die worden gebruikt bij de behandeling van paniekstoornissen zijn clonazepam (Klonopin), lorazepam (Ativan) en alprazolam (Xanax). Vanwege hun potentieel voor afhankelijkheid worden benzodiazepinen gewoonlijk op korte termijn voorgeschreven om acute symptomen te beheersen en worden ze geleidelijk afgebouwd.
3. Tricyclische antidepressiva :
Tricyclische antidepressiva (TCA's) zoals imipramine (Tofranil) en desipramine (Norpramin) zijn gebruikt om paniekstoornissen te behandelen, hoewel ze minder vaak worden voorgeschreven in vergelijking met SSRI's en SNRI's. TCA's beïnvloeden de heropname van serotonine en noradrenaline in de hersenen, waardoor de symptomen van angst en depressie worden verlicht. TCA's kunnen echter meer bijwerkingen veroorzaken in vergelijking met nieuwere antidepressiva.
4. Buspiron :
Buspiron is een anxiolytisch medicijn dat soms wordt gebruikt voor de langdurige behandeling van angst, waaronder paniekstoornis. Het werkt anders dan benzodiazepinen en SSRI's door selectief serotoninereceptoren te activeren. Het duurt doorgaans enkele weken voordat Buspiron zijn volledige therapeutische effect bereikt en kan minder effectief zijn bij ernstige gevallen van paniekstoornis.
5. Vagale zenuwstimulatie (VNS) :
VNS is een chirurgische behandelingsoptie voor mensen met een ernstige, medicatieresistente paniekstoornis. Het omvat het implanteren van een apparaat onder de huid van de borstkas dat elektrische pulsen afgeeft aan de nervus vagus, een lange zenuw die de hersenstam met de buik verbindt. VNS helpt bij het reguleren van de activiteit van het autonome zenuwstelsel, waardoor panieksymptomen mogelijk worden verminderd.
Het is belangrijk op te merken dat de keuze van de behandeling voor paniekstoornissen individueel is en moet worden bepaald in overleg met een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Ze kunnen de ernst van de symptomen, de medische geschiedenis en individuele voorkeuren beoordelen om de meest geschikte allopathische behandelaanpak aan te bevelen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win