De angst voor weefsels wordt 'tissueterror' of 'tissuenofobie' genoemd. Het is een specifieke fobie, een intense angst voor een bepaald object of een bepaalde situatie die weinig of geen daadwerkelijk gevaar met zich meebrengt. Mensen met weefselfobie kunnen angst, paniekaanvallen of vermijdingsgedrag ervaren als reactie op de aanwezigheid of anticipatie van weefsels. De exacte oorzaak van specifieke fobieën, waaronder weefselfobie, is nog niet volledig bekend, maar kan te maken hebben met genetische, psychologische en omgevingsfactoren. Behandeling voor weefselfobie omvat doorgaans cognitieve gedragstherapie, die individuen helpt geleidelijk hun angst onder ogen te zien en coping-strategieën te leren.