De overerving van oogkleur is een polygene eigenschap en wordt dus bepaald door meerdere genen. Om te beginnen is de bruine oogkleur doorgaans dominant over de blauwe oogkleur.

Wanneer twee individuen met bruine ogen (Bb) een kind krijgen, worden de betrokken allelen geërfd volgens 1 van de 3 mogelijkheden:

- Het kind krijgt twee dominante allelen (BB):dit kind krijgt bruine ogen.

- Het kind krijgt twee recessieve allelen (bb):dit kind krijgt blauwe ogen.

- Het kind krijgt één dominant en één recessief allel (Bb):dit kind krijgt bruine ogen, omdat de dominante bruine ogenkleur tot uiting komt.

In het geval van uw gezin moeten zowel u als de vader drager zijn van het recessieve gen voor blauwe ogen (Bb). Er is dus een kans van één op vier dat elk van uw kinderen blauwe ogen heeft.