Ja, het Asperger-syndroom (AS) kan nog steeds in de familie voorkomen, zelfs als de getroffen personen stiefbroers en -zussen zijn. Dit komt omdat wordt aangenomen dat AS, net als veel andere neurologische ontwikkelingsstoornissen, een genetische basis heeft. Hoewel de exacte genetische mechanismen die ten grondslag liggen aan AS nog niet volledig worden begrepen, suggereert onderzoek dat meerdere genen betrokken kunnen zijn bij de ontwikkeling ervan.

Als één individu in een gezin AS heeft, is er een verhoogd risico dat andere leden van het gezin, inclusief stiefbroers en zussen, ook getroffen kunnen worden of een grotere kans hebben om AS of andere gerelateerde neurologische ontwikkelingsstoornissen te ontwikkelen. Het is echter belangrijk op te merken dat AS niet alleen door genetica wordt bepaald, en dat omgevingsfactoren ook een rol kunnen spelen bij de manifestatie ervan.

Als u of iemand in uw familie zich zorgen maakt over de mogelijkheid van AS, is het raadzaam om evaluatie en ondersteuning te zoeken bij gekwalificeerde beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg die ervaring hebben met het diagnosticeren en behandelen van neurologische ontwikkelingsstoornissen. Erfelijkheidsadvies kan ook nuttig zijn bij het begrijpen van de potentiële genetische componenten en risico's binnen het gezin.