Onderliggende medische aandoeningen :Bepaalde onderliggende medische aandoeningen, zoals ongecontroleerde diabetes, schildklierproblemen of hormonale onevenwichtigheden, kunnen het risico op een miskraam vergroten.
Genetische afwijkingen :Chromosomale afwijkingen of genetische defecten in het zich ontwikkelende embryo kunnen tot een miskraam leiden.
Baarmoederafwijkingen :Structurele problemen in de baarmoeder, zoals een septum of vleesbomen, kunnen de implantatie en groei van het embryo verstoren.
Infecties :Infecties zoals seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) of bepaalde virale of bacteriële infecties kunnen ontstekingen veroorzaken en de zich ontwikkelende zwangerschap schaden.
Immunologische problemen :Soms kan het immuunsysteem van een vrouw reageren op de zwangerschap, wat leidt tot de productie van antilichamen die de levensvatbaarheid van het embryo kunnen beïnvloeden.
Cervicale insufficiëntie :Als de baarmoederhals (de opening naar de baarmoeder) zwak is, kan deze de groeiende foetus mogelijk niet vasthouden, wat tot een miskraam leidt.
Trauma of letsel :Lichamelijk trauma, ongelukken of krachtige impact op de buik kunnen ook het risico op een miskraam vergroten.
Het is belangrijk om een zorgverlener te raadplegen om de specifieke reden achter een miskraam te begrijpen en passende begeleiding en ondersteuning te krijgen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win