De kans dat uw baby na 31 weken in stuitligging blijft hangen, is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de ligging van de baby, uw lichaamstype en de hoeveelheid vruchtwater.

Babypositie

Met 31 weken is je baby nog in ontwikkeling en heeft hij voldoende bewegingsruimte. Het is niet ongebruikelijk dat baby's tijdens de zwangerschap verschillende keren van positie veranderen, inclusief het naar beneden draaien (cefalische presentatie) vanuit stuitligging.

Lichaamstype

Ook de vorm van uw bekken en baarmoeder kan de ligging van uw baby beïnvloeden. Als u een rond bekken heeft, is de kans groter dat uw baby het hoofdje naar beneden kan draaien. Als u een smal bekken heeft, is de kans groter dat uw baby in stuitligging blijft liggen.

Hoeveelheid vruchtwater

De hoeveelheid vruchtwater in uw baarmoeder kan ook de positie van de baby beïnvloeden. Te veel of te weinig vruchtwater kan het voor de baby moeilijker maken om het hoofdje naar beneden te draaien.

Andere factoren

Andere factoren die de kans kunnen vergroten dat uw baby in stuitligging blijft, zijn onder meer:

* Een eerdere stuitbevalling. Als u eerder een stuitbevalling heeft gehad, is uw risico op een nieuwe stuitligging groter.

* Meervoudige dracht. Als u een tweeling of andere veelvouden draagt, is uw risico op een stuitligging groter.

* Bepaalde medische aandoeningen. Sommige medische aandoeningen, zoals baarmoederfibromen of afwijkingen aan de placenta, kunnen het risico op een stuitligging vergroten.

Het is belangrijk om te onthouden dat elke zwangerschap anders is en dat er geen manier is om met zekerheid te voorspellen of uw baby in stuitligging zal blijven. Als u zich zorgen maakt over de positie van uw baby, neem dan contact op met uw arts of verloskundige. Zij kunnen de risico's en mogelijkheden van een vaginale bevalling of keizersnede bespreken, afhankelijk van jouw specifieke situatie.