Over het algemeen neemt het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down toe met de leeftijd van de moeder. Een 35-jarige vrouw heeft bijvoorbeeld een kans van 1 op 350 om een kind met het syndroom van Down te krijgen, terwijl een 45-jarige vrouw een kans van 1 op 30 heeft.
Als een echtpaar al één kind met het syndroom van Down heeft gehad, is de kans op een tweede kind met de aandoening verhoogd tot ongeveer 1 op 100. Als ze twee kinderen met het syndroom van Down hebben gehad, is de kans op een derde kind met de aandoening groter. wordt verder verhoogd, hoewel het exacte risico niet bekend is.
Naast de leeftijd van de moeder zijn er nog andere factoren die het risico op een kind met het Downsyndroom kunnen vergroten:
- Een familiegeschiedenis van het syndroom van Down
- De aanwezigheid van een chromosomale afwijking bij één van de ouders
- Bepaalde medische aandoeningen, zoals diabetes en obesitas
Het is belangrijk op te merken dat het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down nog steeds relatief laag is, zelfs als een echtpaar twee kinderen met de aandoening heeft gekregen. Het is echter belangrijk om u bewust te zijn van het verhoogde risico en met een genetisch adviseur te praten voordat u een toekomstige zwangerschap plant.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win