De O-positieve ouder kan alleen een O-allel bijdragen, terwijl de A-negatieve ouder een A- of een O-allel kan bijdragen. Als de A-negatieve ouder een A-allel bijdraagt, zal het kind A-positief of A-negatief zijn, afhankelijk van of het het O- of het negatieve allel van de O-positieve ouder erft. Als de A-negatieve ouder een O-allel bijdraagt, zal het kind B-positief of B-negatief zijn, afhankelijk van of het het O- of het positieve allel van de O-positieve ouder erft.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win