De Rh-factor is een eiwit dat wordt aangetroffen op het oppervlak van rode bloedcellen. Mensen die de Rh-factor hebben, zijn Rh-positief, terwijl degenen die de Rh-factor niet hebben Rh-negatief zijn. De O-bloedgroep is een bloedgroep die wordt gekenmerkt door de afwezigheid van de A- en B-antigenen op het oppervlak van rode bloedcellen.
De bloedgroep van een persoon wordt bepaald door de genen die hij of zij van zijn ouders erft. Er zijn drie verschillende Rh-genen:C, c en E. Een persoon die Rh-positief is, moet ten minste één C- of E-gen hebben, terwijl een persoon die Rh-negatief is twee c-genen moet hebben.
Een persoon die O- is, moet twee o-genen hebben, die coderen voor de afwezigheid van de A- en B-antigenen.
Als een Rh− persoon en een O− persoon een kind hebben, kan het kind alleen O− zijn. Dit komt omdat de Rh-ouder alleen een c-gen kan doorgeven, en de O-ouder alleen een o-gen. Daarom zal het kind twee c-genen en twee o-genen hebben, wat zal resulteren in een O-bloedgroep.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win