Stuitliggingen kunnen om verschillende redenen voorkomen, waaronder:
- Baarmoederafwijkingen:Bepaalde aandoeningen die de baarmoeder aantasten, zoals een bicornuate baarmoeder, kunnen het risico op een stuitligging vergroten.
- Meerlingzwangerschappen:Stuitliggingen komen vaker voor bij meerlingzwangerschappen, vooral bij tweelingen of meerlingen van hogere orde.
- Placenta previa:Wanneer de placenta de opening van de baarmoederhals bedekt (placenta previa), kan dit het vermogen van de baby belemmeren om het hoofd naar beneden te draaien.
- Grote baby:Als de baby groot is voor de zwangerschapsduur (macrosomie), kan hij moeite hebben met draaien vanwege de beperkte ruimte.
- Oligohydramnion:Een laag vruchtwatergehalte (oligohydramnion) kan de beweging van de baby beperken en het risico op een stuitligging vergroten.
Stuitliggingsgeboorten kunnen bepaalde risico's met zich meebrengen voor zowel de moeder als de baby. Er is bijvoorbeeld een verhoogd risico op complicaties, zoals een verzakking van de navelstreng, waarbij de navelstreng vóór het hoofd van de baby afdaalt, waardoor het risico op zuurstofgebrek toeneemt. Daarom worden stuitliggingen vaak nauwlettend in de gaten gehouden en wordt de beslissing over de wijze van bevalling (vaginaal of keizersnede) genomen op basis van verschillende factoren, waaronder het type stuitligging, de gezondheid van de moeder en het welzijn van de baby.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win