Hindoevrouwen mogen tijdens de menstruatie vaak niet deelnemen aan religieuze rituelen en ceremonies. Dit komt door de overtuiging dat vrouwen in deze tijd als onrein worden beschouwd en dat hun aanwezigheid heilige ruimtes en rituelen kan verontreinigen. In sommige hindoeteksten wordt menstruatie gezien als een vorm van vervuiling die anderen kan besmetten en de balans van het universum kan verstoren. Als gevolg hiervan wordt van vrouwen verwacht dat ze tijdens hun menstruatie bepaalde beperkingen in acht nemen, waaronder het vermijden van tempels, het aanraken van religieuze voorwerpen en het deelnemen aan rituelen. Deze beperkingen zijn geworteld in traditionele overtuigingen en sociale normen en variëren per regio en gemeenschap binnen het hindoeïsme.