Bijvoorbeeld:
*Ik ben naar de winkel geweest. (tegenwoordige perfecte tijd)
*Ik was al in de winkel geweest voordat jij arriveerde. (verleden tijd)
Zijn is het onvoltooid deelwoord van het werkwoord zijn . Het wordt gebruikt om de ononderbroken tijd te vormen, evenals de passieve stem.
Bijvoorbeeld:
* Ik ben behulpzaam. (tegenwoordige ononderbroken tijd)
*Het boek wordt geschreven door een expert. (lijdende vorm)
Naast deze basistoepassingen kan been en wezen ook op verschillende andere manieren worden gebruikt. Been kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een stand van zaken aan te geven, zoals in 'Ik ben de hele dag bezig geweest'. Zijn kan worden gebruikt om een tijdelijke toestand aan te duiden, zoals in 'Ik doe gek'.
De volgende tabel vat de belangrijkste verschillen tussen zijn en zijn samen:
| Kenmerk | Ben | Zijn |
|---|---|---|
| Werkwoordsvorm | Voltooid deelwoord | Onvoltooid deelwoord |
| Gebruik | Tegenwoordige perfecte tijd, verleden perfecte tijd | Continu gespannen, passieve stem |
| Extra toepassingen | Geeft een stand van zaken aan | Geeft een tijdelijke toestand aan |
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win