Assistent

Juan Julio Rodriguez Jr. , of Julio Rodriguez Jr. , een 16-jarige Mexicaanse tiener zonder papieren, werd op 12 oktober 2012 achtervolgd en vermoord door de Amerikaanse grenspolitie. Hij werd tien keer in de rug geschoten toen hij op de vlucht was voor een agent die Mexico binnenkwam, 200 meter van de grens. . De Mexicaanse regering bracht een officieel autopsierapport uit waarin werd beweerd dat Rodriguez ongewapend was, terwijl de Amerikaanse douane- en grensbescherming beweerde dat agenten Rodriguez naar een pistool zagen grijpen dat een speelgoedgeweer bleek te zijn.

Het incident leidde tot verontwaardiging in Mexico en de roep om gerechtigheid van de Mexicaanse regering. De Mexicaanse regering eiste excuses van de Verenigde Staten en startte een eigen onderzoek naar de schietpartij. De regering van de Verenigde Staten betreurde het incident en beloofde mee te werken aan het Mexicaanse onderzoek.

In februari 2014 kondigde het Amerikaanse ministerie van Justitie aan dat het de grenspolitieagent die Rodriguez neerschoot niet zou vervolgen. Het ministerie van Justitie zei dat de agent ‘redelijk’ en ‘uit zelfverdediging’ handelde op basis van de informatie waarover hij destijds beschikte.

Het besluit om de agent niet te vervolgen leidde tot verdere verontwaardiging in Mexico en tot aanhoudende roep om gerechtigheid. De Mexicaanse regering noemde het besluit een "ernstige fout" en beschuldigde de Verenigde Staten ervan de agent te beschermen.

De zaak van Julio Rodriguez Jr. werd een symbool van de gespannen betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Mexico op het gebied van immigratie en grensveiligheid. Het benadrukte de uitdagingen van het omgaan met immigratie zonder papieren en het gebruik van geweld door grenspolitieagenten.