Het spul op de bodem van een flesje wanneer bloed wordt afgenomen, is meestal een gelafscheider of een anticoagulans.

- Gelafscheider :Dit is een gelachtige substantie die wordt gebruikt om de rode bloedcellen te scheiden van het serum of plasma in het bloedmonster. Nadat het bloed is afgenomen, wordt het flesje gecentrifugeerd, waardoor de rode bloedcellen zich op de bodem van het flesje nestelen en het serum of plasma naar boven stijgt. De gelseparator helpt de twee bloedlagen gescheiden te houden, waardoor het gemakkelijker wordt om het serum of plasma te verzamelen voor onderzoek.

- Antistollingsmiddel :Dit is een stof die wordt gebruikt om te voorkomen dat het bloed stolt. Er zijn verschillende soorten anticoagulantia, maar de meest voorkomende is ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA). EDTA bindt zich aan calciumionen in het bloed, die nodig zijn voor het optreden van stolling. Door zich te binden aan de calciumionen voorkomt EDTA dat het bloed stolt.