Wanneer een rode bloedcel in een hypotone oplossing wordt geplaatst, is de concentratie opgeloste stoffen buiten de cel lager dan de concentratie opgeloste stoffen in de cel. Hierdoor stroomt water door osmose de cel binnen, waardoor de cel opzwelt en bolvormig wordt. Het gebrek aan vermogen van het rode bloedcelmembraan om deze zwelling te weerstaan, is te wijten aan de afwezigheid van een celwand.
Uiteindelijk scheurt het membraan en haemolyseert het. Het exacte uiterlijk van de rode cel wanneer deze scheurt, hangt af van de toniciteit van de oplossing waarin deze wordt geplaatst.