Het woord 'krimpen' komt van het Oudnoorse woord 'skrynkur', wat 'verschrompelen' of 'samentrekken' betekent. Het woord kwam voor het eerst in het Engels voor in de 16e eeuw en werd oorspronkelijk gebruikt om het proces van het krimpen van stof te beschrijven. In de 17e eeuw begon het woord figuurlijk te worden gebruikt om het proces van kleiner of minder belangrijk worden te beschrijven. In de 19e eeuw begon het woord in psychologische zin te worden gebruikt, om het proces van geestelijk ziek worden te beschrijven.