Wanneer de röntgenbuis wordt ingeschakeld, zendt deze een bundel röntgenstralen uit. Deze röntgenstralen reizen door het lichaam van de patiënt en interageren met de atomen en moleculen in het lichaam. De röntgenstralen worden door deze atomen en moleculen geabsorbeerd of verstrooid, afhankelijk van hun dichtheid. Hoe dichter het weefsel, hoe meer röntgenstraling wordt geabsorbeerd.
De röntgenstralen die door het lichaam van de patiënt gaan, bereiken uiteindelijk de filmcassette. In de filmcassette zit een stukje film dat gevoelig is voor röntgenstraling. Wanneer de röntgenstralen de film raken, veroorzaken ze een chemische reactie die een beeld produceert. Hoe dichter het weefsel, hoe meer röntgenstralen worden geabsorbeerd en hoe minder licht de film bereikt. Dit resulteert in een donkerder gebied op de film, terwijl minder dicht weefsel lichter lijkt.
Door de patiënt tussen de röntgenbuis en de filmcassette te plaatsen, kan de radiograaf een duidelijk beeld krijgen van de anatomie van de patiënt. Dit beeld kan vervolgens worden gebruikt om medische aandoeningen te diagnosticeren en te behandelen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win