1. Verzachten: Onder invloed van het hormoon progesteron begint de baarmoederhals zachter en soepeler te worden. Deze verzachting is essentieel om de baarmoederhals tijdens de zwangerschap te kunnen uitrekken en om zich voor te bereiden op de doorgang van de baby tijdens de bevalling.
2. Slijmprop: Naarmate de zwangerschap vordert, produceert de baarmoederhals een dikke, kleverige slijmprop die de cervicale opening vult. Deze slijmprop fungeert als een beschermende barrière, waardoor het binnendringen van schadelijke stoffen in de baarmoeder wordt voorkomen en het risico op infectie wordt verminderd.
3. Uitwissing: Effacement verwijst naar het dunner worden van de baarmoederhals naarmate de zwangerschap vordert. Tijdens het eerste trimester kan de baarmoederhals geleidelijk beginnen te verdwijnen, maar een significante verwijdering treedt meestal later in de zwangerschap op.
4. Uitzetting: Dilatatie is het groter worden van de cervicale opening. In het eerste trimester blijft de baarmoederhals grotendeels gesloten, met minimale verwijding. Tegen het einde van het eerste trimester kan er echter een lichte verwijding optreden naarmate de zwangerschap vordert.
5. Positie: De baarmoederhals kan hoger of lager in de vagina aanvoelen, afhankelijk van het individu en zijn anatomische variaties. Over het algemeen bevindt de baarmoederhals zich aan de achterkant van de vagina en kan tijdens de zwangerschap steviger aanvoelen als gevolg van een verhoogde bloedstroom en weefselveranderingen.
Het is belangrijk op te merken dat deze veranderingen in de baarmoederhals normale fysiologische aanpassingen aan de zwangerschap zijn en gewoonlijk geen ongemak of merkbare symptomen veroorzaken. Als u zich zorgen maakt of ongewone gevoelens of symptomen ervaart die verband houden met uw baarmoederhals, is het altijd raadzaam om uw arts te raadplegen voor advies en een juiste beoordeling.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win