In de tandheelkunde verwijst een niet-geslaagde tand naar een blijvende tand die geen melktand vervangt. In tegenstelling tot opeenvolgende tanden, die doorbreken om hun overeenkomstige melktanden te vervangen, barsten niet-opeenvolgende tanden door in gebieden van de kaak waar er geen melktanden waren.

De twee belangrijkste soorten niet-geslaagde tanden zijn:

1. Kiezen: De eerste blijvende kiezen, bekend als de 'zesjarige kiezen', barsten rond de leeftijd van ongeveer 6 jaar uit achter de melkkiezen. Ze zijn geen vervanging voor eventuele melktanden.

2. Premolaren: De premolaren, ook bekend als bicuspiden, barsten los tussen de melkmolaren en de hoektanden. Ze barsten uit in de adolescentie en zijn geen vervanging voor melktanden.

Niet-geslaagde tanden spelen een belangrijke rol bij het behouden van de juiste functie en esthetiek van het gebit. Ze helpen bij het tot stand brengen van een normale occlusie (beet) door in de juiste ruimtes in de tandbogen te passen. De afwezigheid of verkeerde uitlijning van niet-geslaagde tanden kan tot verschillende gebitsproblemen leiden en kan een orthodontische behandeling vereisen.