De schedel van een pasgeboren baby is niet volledig verbeend, wat betekent dat hij niet volledig tot bot is verhard. In plaats daarvan bestaat het uit een reeks zachte, flexibele platen die van elkaar worden gescheiden door hechtingen, dit zijn vezelachtige gewrichten. Hierdoor kan het hoofd van de baby zich vormen en van vorm veranderen terwijl het door het geboortekanaal gaat.

Na de geboorte blijft de schedel van de baby groeien en zich ontwikkelen. De botplaten smelten geleidelijk samen en de hechtingen sluiten zich. Tegen de tijd dat het kind ongeveer 2 jaar oud is, is de schedel volledig verbeend.

De zachtheid van het hoofdje van een pasgeboren baby is om verschillende redenen belangrijk. Het zorgt ervoor dat het hoofdje van de baby zich kan vormen en van vorm kan veranderen terwijl het door het geboortekanaal gaat, waardoor het risico op letsel voor de baby en de moeder wordt verminderd. Het zorgt er ook voor dat de hersenen van de baby snel kunnen groeien en zich ontwikkelen.

Bovendien kan de zachtheid van het hoofdje van een pasgeboren baby worden gebruikt om de gezondheid van de baby te beoordelen. Een zachte plek op het hoofd van de baby kan bijvoorbeeld een teken zijn van uitdroging, terwijl een harde plek een teken kan zijn van een schedelbreuk.