Het woord "bum" heeft verschillende betekenissen. Hier zijn enkele van de meest voorkomende:
* Zelfstandig naamwoord:
• "Een persoon die geen huis heeft en op straat leeft."
• "Een persoon die lui is en niet werkt."
• 'Zijn broer was een zwerver, een nietsnut.'
• "Een persoon die seksueel promiscue is."
• "Ze stond bekend als de zwerver van de school."
• "Een persoon die dwaas of dom is."
• "Hij is zo'n zwerver, hij valt altijd voor haar trucjes."
• 'Een persoon die vervelend of irritant is.'
• "Wat een zwerver, altijd maar rondhangen."
• 'Iemand die ergens niet zo goed in is.'
• "Ze is zo slecht in tennis, ze kan niet eens de bal slaan."
* Werkwoord:
• "Om iets te vragen, meestal geld of eten, op een manier die als onbeleefd of vervelend wordt beschouwd."
• "Ik heb die man een dollar gegeven, zodat hij zou stoppen met mij lastig te vallen."
• "Om als dakloze te leven."
• "Hij loopt al jaren op straat te jammeren."
• "Om lui te zijn en niet te werken."
• "Hij loopt al maanden rond."
• "Om deel te nemen aan promiscue seksuele activiteiten."
• 'Ze heeft elke avond een nieuwe jongen.'
• "Om vervelend of irritant te zijn."
• 'Houd op met mij lastig te vallen met je problemen.'
* Bijvoeglijk naamwoord:
• "Van weinig of geen waarde, kwaliteit of belang."
• "Dat is een slechte deal, ze vragen te veel."
• "Niet erg goed in iets."
• "Hij is een slechte basketbalspeler."
• "Lui of onproductief."
• 'Ze was haar slechte echtgenoot beu.'
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win