Wanneer een mug een mens steekt die besmet is met malaria, zuigt hij wat bloed in zijn darmen. Dit bloed kan mannelijke en vrouwelijke gametocyten bevatten - de enige vormen bij de mens die zich seksueel kunnen voortplanten.

In de muggendarm rijpen de gametocyten uit tot mannelijke en vrouwelijke gameten. De mannelijke gameten (microgameten) komen tevoorschijn uit de cellen waarin ze zaten en zwemmen rond de muggendarm.

Wanneer een microgameet een macrogameet bevrucht, wordt een zygoot gevormd.

Na vorming ontwikkelt de zygoot zich tot een beweeglijke vorm die ookinete wordt genoemd. De ookinete reist naar de wand van de muggendarm, waar hij zich ontwikkelt tot een oöcyst.

Sporozoïeten ontwikkelen zich in de oöcyste. Wanneer de oöcyste barst, komen sporozoieten vrij en worden via het bloed van de mug naar de speekselklieren getransporteerd. Wanneer de mug iemand steekt, komen de sporozoieten in de bloedbaan van de mens terecht en begint de levenscyclus van malaria opnieuw.