De schokdempers tussen gewervelde dieren worden tussenwervelschijven genoemd. Deze schijven zijn samengesteld uit een taaie, vezelige buitenlaag (de annulus fibrosus) en een zachte, gelatineuze binnenlaag (de nucleus pulposus). Ze fungeren als kussens tussen de wervels, absorberen schokken en bieden flexibiliteit aan de wervelkolom.