Om de oorzaak feitelijk vast te stellen, passen rechtbanken doorgaans de ‘maar-voor’-test toe. Volgens deze test worden de handelingen van de gedaagde in feite beschouwd als de oorzaak van de schade van de eiser als de schade zonder de handelingen van de gedaagde niet zou zijn ontstaan. Met andere woorden:als de acties van de verdachte uit het scenario waren verwijderd, zou de schade niet zijn opgetreden.
Neem bijvoorbeeld een geval waarin een bestuurder door rood licht rijdt en in botsing komt met een andere auto, waardoor de passagiers van de andere auto gewond raken. In dit geval zouden de handelingen van de bestuurder (door rood licht rijden) in feite worden beschouwd als de oorzaak van de verwondingen van de passagiers, omdat de verwondingen niet zouden zijn opgetreden als de bestuurder het verkeerslicht had opgevolgd.
Het is belangrijk op te merken dat de oorzaak in feite uitsluitend gericht is op het feitelijke verband tussen de acties van de verdachte en de schade, zonder rekening te houden met eventuele tussenliggende factoren of de bedoeling van de verdachte. Het vaststellen van een oorzaak is feitelijk een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde om een gedaagde aansprakelijk te kunnen stellen; aanvullende elementen, zoals zorgplicht en plichtsverzuim, moeten ook worden bewezen om wettelijke aansprakelijkheid vast te stellen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win