1. Infectieziekten:
* Infectieuze agentia zoals bacteriën (bijv. Chlamydia, Brucella, Salmonella, Leptospira), virussen (bijv. Pestivirus, Rift Valley-koortsvirus, Border Disease-virus) en protozoën (bijv. Toxoplasma gondii, Neospora caninum) kunnen een miskraam bij geiten veroorzaken .
* Deze ziekteverwekkers kunnen de placenta passeren en de foetus infecteren, wat kan leiden tot embryonale of foetale dood en daaropvolgende abortus.
2. Voedingstekorten:
* Onvoldoende inname van essentiële voedingsstoffen, vooral tijdens kritieke perioden van de zwangerschap, kan het risico op een miskraam bij geiten vergroten.
* Tekorten aan vitamines (bijvoorbeeld vitamine A, vitamine E), mineralen (bijvoorbeeld selenium, jodium, koper) en energie kunnen de ontwikkeling van de foetus in gevaar brengen en tot een miskraam leiden.
* Plotselinge veranderingen in het dieet of onvoldoende voeding kunnen de drachtige geit ook stress bezorgen en mogelijk bijdragen aan een miskraam.
3. Genetische factoren:
*Sommige genetische afwijkingen of chromosomale defecten bij de foetus kunnen bij geiten leiden tot vroegtijdige embryonale sterfte en miskraam.
* Inteelt of het fokken van nauw verwante dieren kan het risico op genetische aandoeningen en miskramen vergroten.
4. Omgevingsfactoren:
* Blootstelling aan giftige stoffen, milieuverontreinigende stoffen of bepaalde planten met abortieve eigenschappen (bijvoorbeeld bepaalde soorten rododendron, taxus) kunnen bij geiten een miskraam veroorzaken.
* Stressvolle omstandigheden, zoals transport, overbevolking, extreem weer of plotselinge veranderingen in de omgeving, kunnen ook een negatieve invloed hebben op de zwangerschap en mogelijk tot een miskraam leiden.
5. Zwangerschapscomplicaties:
*Aandoeningen die het voortplantingsstelsel of de algehele gezondheid van de drachtige geit beïnvloeden, kunnen bijdragen aan een miskraam.
* Deze omvatten baarmoederafwijkingen, hormonale onevenwichtigheden (bijv. progesterontekort), infecties van het voortplantingskanaal of trauma/letsel aan de voortplantingsorganen.
6. Immunologische factoren:
*Incompatibiliteit tussen het immuunsysteem van de drachtige geit en de foetus (bijvoorbeeld als gevolg van niet-overeenkomende bloedgroepen of afstoting van het immuunsysteem) kan tot een miskraam leiden.
7. Andere oorzaken:
* Lichamelijk letsel of trauma bij de drachtige geit, zoals trauma met stompe kracht of ongelukken, kan een miskraam veroorzaken.
* Verkeerde positionering of mummificatie van de foetus in de baarmoeder kan ook tot een miskraam leiden.
8. Onbekende/idiopathische oorzaken:
*In sommige gevallen kan een miskraam optreden zonder aanwijsbare oorzaak. Dit wordt 'idiopathische miskraam' genoemd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win