De builenpest wordt voornamelijk verspreid door vlooien die zich hebben gevoed met geïnfecteerde knaagdieren (ratten of muizen). Deze vlooien brengen vervolgens de pestbacterie (Yersinia pestis) over op mensen of andere dieren wanneer ze deze bijten. De bacteriën kunnen via de huid het lichaam binnendringen, meestal door een vlooienbeet of een kras of snee in de huid die in contact komt met geïnfecteerd materiaal, zoals grond, water of een dier dat de bacterie bij zich draagt.

Wanneer de geïnfecteerde vlo een dier bijt, vermenigvuldigt de pestbacterie zich in de darmen van de vlo. Het spijsverteringsstelsel van de vlo raakt geblokkeerd door de bacteriën, waardoor de vlo tijdens het bijten weer uitbraakt, wat leidt tot de overdracht van de bacteriën naar het dier.

Eenmaal in het lichaam van het dier kunnen de bacteriën naar de lymfeklieren reizen, waar ze zich verder vermenigvuldigen, waardoor koorts, zwelling en gevoeligheid in de getroffen gebieden ontstaan. Deze fase staat bekend als de builenpest, gekenmerkt door de vorming van gezwollen lymfeklieren of "buboes" in de oksel, liezen, nek of andere delen van het lichaam.

Dieren kunnen op verschillende manieren besmet raken met de builenpest:

1. Vlooienbeten:De meest voorkomende infectieroute is via de beten van geïnfecteerde vlooien die de pestbacteriën dragen. Vlooien voeden zich met het bloed van knaagdieren en andere dieren, inclusief mensen, en kunnen de bacteriën overbrengen tijdens het bijten.

2. Contact met besmette dieren of hun lichaamsvloeistoffen:Dieren die besmet zijn met de builenpest kunnen de ziekte overbrengen door direct contact met hun lichaamsvloeistoffen, zoals bloed, speeksel of urine. Als een gezond dier in contact komt met deze besmettelijke materialen, kan het besmet raken.

3. Contact met besmette omgevingen:De pestbacteriën kunnen lange tijd in het milieu blijven bestaan, vooral in de bodem, het water of in holen van dieren. Gezonde dieren kunnen besmet raken als ze in contact komen met verontreinigde grond of water of toegang hebben tot besmette dierenholen of nesten.

4. Door de inname van besmet voedsel of water:In sommige gevallen kunnen dieren ook de builenpest oplopen door het consumeren van besmette voedsel- of waterbronnen die in contact zijn geweest met geïnfecteerde dieren of hun vlooien.

Knaagdieren, zoals ratten, zijn veel voorkomende reservoirs van de pestbacteriën en spelen een belangrijke rol bij de overdracht van de ziekte op andere dieren en mensen. Vlooien die zich voeden met geïnfecteerde knaagdieren kunnen de pestbacteriën overbrengen op andere knaagdieren, maar ook op verschillende diersoorten en mensen die ermee in contact kunnen komen.